donderdag 2 juni 2016

Voordat ik ‘s ochtends naar beneden sjok zet ik altijd eerst de deuren van de kinderen open. Dan kunnen ze rustig wakker worden terwijl ik me op de automatische piloot bezig houd met koffie, drinken, broodbakjes, fruit en beschuitjes. Pas na de eerste slokken koffie heb ik het gevoel een beetje wakker te zijn. Dan hoor ik de eerste voorzichtige voetstapjes op de trap. Ava is als eerste beneden gevolgd door haar grote broer.

Er is iets.. dat merk ik meteen. Ava kijkt sip. Een muf net-wakker-kind, met een slaapjurkje, slaapoogjes, slaaphaar en een traanrandje in haar grote bruine ogen. Ik vraag wat er is en ze steekt meteen haar haar armpjes naar me uit, voor ouders het universele gebaar dat zegt: 'wil je me optillen en vasthouden'.  Als ik haar vastpak barst ze in onbedaarlijk snikken uit op mijn schouder. Ik wil nors in de richting van Sem kijken, want ‘hij zal wel weer…’ , maar Sem lijkt net zo verbaasd als ik en haalt vragend zijn schouders op.  Ik wrijf over haar rug en laat haar even gaan. Als ze weer een beetje rustig is vraag ik nogmaals wat er loos is. En terwijl ze naar me opkijkt met ogen vol tranen zie ik dat er het nog lang niet voorbij is. Ook Sem kijkt zorgelijk. "Wat is er toch aan de hand meis?" vraag ik bezorgd.

... “Juf de Boer gaat met pensioen!


zondag 31 januari 2016

Ondanks dat Sem nog maar in groep 7 zit, wilde hij toch alvast wat open dagen van het voorgezet onderwijs bezoeken. Na slechts twee scholen is hij er al uit welke het wordt. Gewoon een gevoelskwestie. Er was een klik. Prima toch? Vanaf dat moment houdt het hem bezig en wordt er in huis en ook op school veel over gesproken. Sommige klasgenootjes zijn er ook al uit en gaan straks naar dezelfde school. Sommigen maken weer andere keuzes. Zo gaat dat in het leven.  En ook al was het voor hem zo klaar als een klontje, Sem is toch heel nieuwsgierig naar de achterliggende gedachten van de keuzes van die anderen.  “Waarom zou *** voor die school kiezen Pap?” “Dat is toch helemaal niet handig?” Ik geef aan dat hij toch zelf ook een keuze op basis van zijn gevoel heeft gemaakt. Hij antwoordt met een schouderophalen waarmee hij me een soort van gelijk geeft.  

Dan schrikt hij op. “Ohw pap!!”  “### Gaat naar de Fructies school of zoiets, en daar moet je de hele dag in de bijbel lezen en meisjes mogen daar niet eens een broek aan!” Hij zet grote ogen op. Ik leg hem uit dat hij vast de Jacobus Fruytierschool bedoelt en dat ze daar inderdaad behoorlijk streng met religie bezig zijn. “Jamaar dat is toch stom?” vindt hij. “Waarom zou een jong iemand voor ZO’N school kiezen?” Hij rolt theatraal met zijn ogen. Ik moet lachen om zijn verontwaardiging.

Ik leg uit dat mensen die zo streng in de bijbel geloven hun kinderen juist naar zo’n school sturen en dat die kinderen hierin soms weinig te kiezen hebben. Dat vindt hij helemaal het toppunt. “pffff!” briest hij. “Dus als je ouders zo streng gelovig zijn, dan ben je gewoon de sjaak?!” “Dan moet je gewoon naar ZO’N school?” Ik knik slechts en hij rolt weer met zijn ogen. “Jamaar als je ouders zeggen wat je moet geloven, hoe kun je dan zeker weten of het allemaal wel echt zo zit?” Hier moet ik om gniffelen. Niet omdat ik het zo grappig vind, maar meer omdat hij voor mij hiermee de spijker op zijn kop slaat.

Kijk..” (hij kijkt heel serieus nu) “Je weet eerst nog van niks. Je ouders vertellen je dan wat je moet geloven, je opa en oma waarschijnlijk ook. Ze nemen je mee naar een kerk waar ze je vertellen hoe het zit, sturen je naar een school waar iedereen zo denkt. Iedereen om je heen denkt zo. Hoe kun je dan uiteindelijk iets anders gaan geloven?” Ik geef deze discussie een extra prikkel door hem te vragen waarom mensen dan iets anders zouden moeten geloven. “Ja dat hoeven ze niet als ze dat niet willen…” hij denkt even na. “Maar ze zouden gewoon zelf een keuze moeten kunnen maken tussen alle verschillende soorten van geloven.” “Jullie laten mij toch ook gewoon kiezen wat ik wil geloven en naar welke school ik mag?”

Nu moet ik hardop lachen, want in zijn onbevangen, kinderlijke eerlijkheid zegt mijn tien jarige zoon hier iets heel slims en iets heel belangrijks. Ik geef hem een vriendschappelijke mep op zijn schouder.

Goed zo Sem! Durf te onderzoeken. Durf kritisch te zijn en niet zomaar alles voor waarheid aan te nemen. Als je buiten hokjes wil denken hoef je je alleen maar te realiseren dat er helemaal geen hokjes zijn... ;)


zondag 3 januari 2016

Als na wat nattig gemiezer voorzichtig een klein zonnetje doorbreekt en de wolken wegtrekken, stelt Nathalie voor om wat gezelligs te gaan doen. Gisteren hadden we al besloten om naar de winter in het openluchtmuseum te gaan als het weer dit zou toelaten, en dat moment was ineens aangebroken. Sem hangt onderuitgezakt op de bank met een afstandsbediening in zijn hand en kijkt alsof hij in iets smerigs gebeten heeft. Hij slaakt een diepe, verveelde, pre-puberale zucht. Nathalie’s enthousiasme werkt wel aanstekelijk op Ava, want die is wel te porren voor een uitje. Als we vertellen dat je bij het openluchtmuseum nu ook kunt schaatsen beginnen haar oogjes te glunderen. Sem geeft aan dat je bij Paleis het Loo ook kunt schaatsen. “En dat is veel dichter bij hoor…” voegt hij daar aan toe. Als we vertellen dat we daar ook een rondje in de oude tram gaan rijden, dat je van een hoge helling kunt sleeën en dat we ook nog warme chocomel met een koek nemen, komt ook Sem in beweging.

In de auto begint het geklier al voordat we op de snelweg zijn. Ava wil haar kleurplaat afmaken, maar laat die nou toevallig net in Sems oude kleurboek zitten. Bij de vierde “Nouhou Sem geef hier!” gevolgd door een “Nee, het is mijn kleurboek!” zucht ik veelbetekenend en kijk ik Nathalie aan. Nathalie rolt met haar ogen en maakt een gebaar van ‘laat ze maar lekker even zeuren hoor’. Als het me lang genoeg geïrriteerd heeft vraag ik waarom ze nou zo moeten zeuren om een stom stuk papier en mopper ik dat Sem niet zo moet zeuren om een kleurboek dat al drie jaar in de auto ligt. Daar is Ava het beslist niet mee eens. “Dat is geen stom papier hoor! Dat is mijn tekening!” "Ja, in mijn kleurboek!" vult Sem aan. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik hoe Sem er een sadistisch genoegen in schept om het kleurboek telkens net buiten het bereik van haar handjes te houden en dat Ava steeds nijdiger begint te kijken. Net als ik wil roepen dat ze nu echt op moeten houden, hoor ik Sem een ijselijke kreet slaken. “Aaaauw! Ava trekt aan mijn haar!” In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat Ava niet zomaar een ruk aan zijn haar geeft, maar met een verbeten trek om haar mondje, met haar volle gewicht aan een pluk van Sems haar hangt. Haar veiligheidsgordel staat er zelfs van op spanning, zoveel kracht wordt uitgeoefend. Sem gilt als een speenvarken terwijl zijn hoofd door zijn kleine zusje helemaal naar links getrokken wordt. Inwendig lig ik dubbel om dit staaltje wraakzuchtige wreedheid van mijn 6 jarige dochter, maar natuurlijk grijp ik in. Na een stemverheffing is in een mum van tijd de orde hersteld en grijpt Sem zuur kijkend naar zijn hoofd en grijpt Ava naar het kleurboek met een zelfvoldane blik. Na drie potloodstrepen is ze alweer klaar met kleuren en wil ze een papieren vliegtuigje maken. Dat lukt haar niet goed en zomaar ineens biedt Sem heel lief aan om haar te helpen, want hij is daar heel goed in. Ik steek mijn duim omhoog naar Sem. Samen maken broer en zus vervolgens een papieren vliegtuigje van de kleurplaat waar ze nog geen 5 minuten geleden slaande ruzie over hadden. Sem toont vol ijver zijn aerodynamische origami skills, Ava complimenteert hem met een bijzonder mooi papieren vliegtuig en zomaar ineens is het weer gezellig in de auto. 

Ik moet inwendig nog steeds lachen om die venijnige represaille van mijn dochter. Dat is vast aan me te zien, want Nathalie vraagt wat er zo grappig is. Samen hebben we nog meer lol als ik (in het Engels) de reden van mijn binnenpretje uitleg en aangeef daar maar weer eens wat over te bloggen vanavond.


zondag 27 december 2015

Als ik onder de kerstmaaltijd een persoonlijke anekdote uit een ver verleden vertel, onderbreekt Ava me midden in mijn verhaal met een grote grijns en een verbaasd gezichtje. 
"Huh? heette jij vroeger dan ook al Allard?"

Als ik instemmend knik begint ze heel hard te lachen... "Wie noemt zijn kind nou Allard?

Ik doe mijn armen over elkaar en trek een semi-gekwetste blik. 
Ava steekt verzoenend haar handjes omhoog. "Het is een heel mooie naam voor iemand van jouw leeftijd hoor pap! maar toch niet voor een klein kindje ? ...

en bedankt.. ;)


maandag 21 september 2015

Deze week is het weer de week tegen Pesten zag ik vanmorgen. Ieder jaar wordt aan het begin van het schooljaar weer extra aandacht besteed aan dit onderwerp en dat is goed! Pesten is en blijft jammer genoeg namelijk altijd actueel. Iedereen heeft er wel eens mee te maken gehad. Is het niet als dader of als slachtoffer, dan heb je vast wel eens van dichtbij meegemaakt dat iemand anders pestgedrag moest ondergaan. Al dan niet grappig bedoeld, maar zeker niet als zodanig ontvangen. Want dát is het in essentie; De ontvanger van het gedrag bepaalt of je over zijn of haar grens gaat, niet de verzender! En ook al is het heel kinderachtig, pesten beperkt zich echt niet alleen tot het schoolplein. In mijn neventaak als vertrouwenspersoon maak ik zelf ook regelmatig mee wat pesten met volwassen mensen doet én dat de gevolgen daarvan soms niet misselijk zijn. Dagelijks ervaren ongeveer een half miljoen Nederlanders enige vorm van pestgedrag en slepen zich met het lood in de schoenen naar hun werk.

Ook bij Sem op school wordt wel eens gepest. Heel soms vang ik tijdens het avondeten zaken op die zich in de klas af spelen die onder de noemer pesten vallen. Er is één jongetje dat ooit eens betrapt is op het eten van zijn eigen neustrofeeën en die moet dat nu de hele dag horen. “Iedereen vindt hem nu vies pap! En dat is best sneu.” Ik merk aan hem dat hij een soort innerlijke tweestrijd voert, enerzijds tegen het onrechtvaardige, anderzijds vindt hij snot eten walgelijk. Ook zijn er in groep 7 al kinderen met een smartphone en bijbehorend Whatsapp account waardoor voorzichtig de eerste tekenen van cyberpesten ontstaan in de vorm van digitale beledigingen, scheldpartijen en het buitensluiten uit groepsappjes. “Laatst nog pap! Toen zei *** tegen *** dat hij haar een irritant wijf vond op Whatsapp!” vertelt hij dan met grote ogen en enigszins rode wangetjes. De ene keer vindt Sem er wat van, de andere keer gaat het allemaal langs hem heen en haalt hij zijn schouders er voor op.

Sem is volgens mij een te grote lieverd om een echte pester te zijn. (Ik kan er natuurlijk compleet naast zitten, maar dat hoopt iedere ouder van zijn kind) Ook is het geen jongetje dat snel gepest wordt. “Maar…” vroeg ik hem laatst, “grijp jij wel eens in als anderen gepest worden?” Want dat is vaak wel een heel lastige. Voor omstanders blijkt het toch heel moeilijk om in te grijpen terwijl ze dit vaak wel willen, maar uit angst om zelf gepest (of erger) te worden na laten om te doen. Terwijl toch is gebleken dat niet wegkijken maar aanspreken wel het meest effectief is om pestgedrag aan te pakken.  Ik zie hem nadenken. “Soms wel.. als ik het gemeen of zielig vind.” Hij glimlacht als ik aangeef dat ik dat goed van hem vind. “Hebben jullie het er in de klas ook al over gehad?” wil ik weten. Hij kijkt even op van zijn computerscherm en schudt zijn hoofd. “Vorig jaar met de juf eventjes.. maar dat helpt toch niet echt. Er zijn altijd kinderen die blijven pesten pap!

Als ik dan vanmiddag zie dat de film Spijt! op Zapp wordt uitgezonden, speciaal voor de week tegen pesten, vraag ik Sem via de telefoon of hij die voor me wil opnemen. “Wat is dat voor een film dan?!” wil hij weten. Als je tegen een tienjarige zegt dat hij die film moet kijken omdat die zo indrukwekkend is, dan wordt zijn interesse niet gewekt, dus zeg ik dat hij die film alleen mag kijken als hij denkt dat hij het aankan om een enorm zielige film over pesten op school te kijken. Dat werkt. “Ik neem hem op pap! En ik kijk hem ook wel even.. Doei!”  Nog voordat ik hem kan bedanken drukt hij de telefoon al weer uit.

Als ik uit mijn werk kom zit hij op de bank, doodstil, met grote ogen. De film is net afgelopen. “Indrukwekkend he?!” vraag ik hem terwijl ik naast hem ga zitten en hem op zijn knie klop. Hij slikt een paar keer en knikt instemmend, niet in staat om enig geluid te produceren. Ik klop hem nog een keer op zijn knie en gun hem even een momentje.

Even later komt er een gesprek op gang en gaat het heel even alleen nog maar daar over. Het heeft behoorlijk wat indruk gemaakt. Mijn doel is bereikt. Elke klas zou die film gewoon eens moeten bekijken. Over pesten praten helpt. Ook een pest protocol helpt. Maar het voorkomt pesten niet. Soms moet je iets zien, iets ervaren, iets voelen, om te weten wat het met een ander doet. De film Spijt! doet dat met je. Het maakt je enorm bewust van wat pesten kan doen. Het maakt je ook (pijnlijk)  bewust van de rol die je soms kunt hebben in een groep.

Want wat doe je nu een volgende keer?



vrijdag 5 juni 2015

Sem draalt een beetje om me heen. Meestal volgt er dan een vraagstuk, een probleem  of een lastig dilemma.  Deze omvatte ze alle drie wel zo’n beetje.  “Pap! Geesten oproepen, is dat gevaarlijk?
Sem vraagt nooit iets zomaar, dus ik heb al een idee welke kant dit op gaat en besluit het maar meteen op de spits te drijven.  Ik veins een schrikreactie, kijk hem met grote ogen aan en zeg dat het oproepen van geesten iets is wat hij echt nooit moet doen omdat dit extreem gevaarlijk kan zijn. Ook Nathalie doet een duit in het zakje en geeft aan dat dit heel stom is om te doen! Tegenover me kijkt iemand net zo geschrokken (maar dan oprecht) terug. “Wat kan er gebeuren dan?” Zijn ogen zijn nu groter dan de mijne. Ik vertel hem van een waargebeurd verhaal dat ik ooit eens heb gelezen, over Marion, een meisje van 15 dat had geëxperimenteerd met het oproepen van geesten en een bijzonder gemeen exemplaar opriep die haar tegen haar wil allerhande dingen liet doen. “Wat voor dingen dan?” Hij komt iets dichter bij me staan. Ik vertel hem dat dit meisje zichzelf dingen aandeed, zoals in haar eigen pols knippen, en dat die geest haar dit liet doen. Sem kijkt nu lichtelijk panisch.

Als ik hem vraag waarom hij dat eigenlijk wil weten komt het hoge woord eruit. “Britt en ik hebben vandaag op school de Charlie Challenge gedaan pap!” Ik trek mijn wenkbrauw vragend op. “Dat is hetzelfde als geesten oproepen! Met twee potloden…” Ik kijk hem geschrokken aan en doe een grote stap bij hem vandaan. Ik heb hem volgens mij nu redelijk op de kast. “Wat kan er nu gebeuren?” wil hij met grote ogen weten en stapt weer naar me toe. Snel zoek ik op youtube de trailer van The Exorcist op en draai de computer zijn kant op. Dat heeft zijn uitwerking. Al na enkele seconden kijkt hij verschrikt weg en daarna volgt een vragenvuur van zeker een uur lang over geesten, bezetenheid en de gevaren van geesten oproepen. Als ik hem uiteindelijk vraag of hij zich nog wel goed voelt, twijfelt hij even een moment. “Ja, volgens mij wel…” Hij kijkt me aan alsof hij vragen wil of ik dan niets geks zie. Ik vertel hem dat ik denk dat hij deze keer geluk heeft gehad. Opluchting trekt over zijn gezicht.

Of het opvoedkundig helemaal juist was gok ik niet, maar iets zegt me dat dit voorlopig wél zijn laatste  Charlie Challenge was..  Doel bereikt toch? ;)

zondag 12 april 2015


Als ik op de computer zie dat het vandaag 12 april is, zeg ik hardop dat mijn vader vandaag 64 zou zijn geworden als hij nog had geleefd. Sem kijkt me meteen meelevend aan, hij vindt het erg lastig om daar mee om te gaan weet ik. Ava niet. Ze weet dat mijn vader ligt begraven en ze vraagt blij of we straks nog even naar het kerkhof gaan, want dan wil ze mee. Nu heb ik zelf helemaal niets met begraafplaatsen. Ik heb mijn eigen zienswijze op de dood en op wat daarna komt. Ik ben er dan ook al heel lang niet geweest omdat ik daar persoonlijk vrij weinig troost of herinneringen vind. Maar goed, het is enorm lekker weer én de begraafplaats ligt midden in een mooi bos, dus ik geef Ava haar zin. Ze maakt een sprongetje van blijdschap en ze vraagt of haar ‘Nijn’ ook mee mag.
Sem weigert meteen. “Ik word altijd heel verdrietig van begraafplaatsen pap!” zegt hij met een zacht stemmetje. Ik vertel hem dat dat helemaal niets geeft en dat hij vooral niets moet doen waar hij niet blij van wordt.
Als we op het punt staan om weg te gaan, loop ik nog even naar boven om door te geven dat we eventjes weg zijn. Ava heeft een blauwe vlinderzonnebril op en een knuffelkonijn in haar armen en wacht ongeduldig. Sem is net onder de douche geweest en ik zie meteen dat hij erg verdrietig is. Als ik hem aankijk schokken zijn schoudertjes en begint hij te snikken. Hij laat me weten dat hij het zo zielig voor me vindt dat ik geen papa meer heb. Sem is altijd al gevoelig en een diepe denker geweest en op dit soort momenten wordt hem dat denken dan net even te veel. Ik haal mijn hand door zijn fris gewassen haren en zeg dat ik snap dat hem dat verdrietig maakt. Ik probeer hem iets gerust te stellen en zeg dat ik het lief vind dat hij zo meeleeft, maar dat het nu 21 jaar geleden is en dat papa dat echt al een plekje heeft gegeven. Dat helpt niet echt volgens mij.
Op de begraafplaats rent Ava telkens even vooruit. Eén brok uitbundige vrolijkheid en energie. Een heerlijk zonnetje schijnt op ons neer en als we de eerste grafstenen passeren komt ze naast me lopen en pakt ze mijn hand. Natuurlijk weet ze al lang wat er gebeurt als je dood gaat, maar toch vraagt ze of er echt dode mensen onder die stenen liggen. Ze wil van alles weten. Hoe je nou onder de grond gaat en wat er dan met je lichaam gebeurt. Wie al die mooie stenen maakt en waarom mensen bloemetjes neerleggen bij mensen die toch al dood zijn en er dus niets aan hebben. "Dat is toch zonde?!" zegt ze terwijl ze een wenkbrauw optrekt. Ik geef overal zo eerlijk mogelijk antwoord op, of vertel hoe ik denk dat het zit en ze hoort het allemaal geïnteresseerd aan en knikt wijs.
Als we uiteindelijk voor de steen van mijn vader staan ziet ze daar haar eigen achternaam. “Hey! Zo heet ik ook!” roept ze blij uit. Hand in hand staan we daar en terwijl Ava hardop leest wat er nog meer op de steen staat neem ik een kort moment voor mijzelf en breng ik in gedachten even een groet over. Dan vind ik het eigenlijk al weer goed en geef ik aan dat we weer verder gaan. 
Ava wil nog lang niet naar huis. Er is nog zoveel moois te zien. Als we samen terug lopen bekijken we de verschillende stenen. Overal wil ze weten wie er liggen en hoe oud ze waren. Bij de graven van kindertjes, met mooie vrolijke stenen en speelgoedjes, wordt ze net als ik toch even stil. Even heb ik sterk de behoefte om haar lekker vast te houden. Ze kijkt nog eens om als we verder lopen maar is al snel weer afgeleid en hervat haar vrolijke gehuppel. Als ze even later een steen ziet waarop staat dat er een lieve vader, broer en opa begraven ligt, zet ze grote ogen op en vraagt of die daar dan allemaal samen in liggen. Daar moet ik om lachen. Als ik haar uitleg waarom lacht ze vrolijk mee.
Samen lachen we om bijzondere namen die we tegenkomen en om een berg konijnenkeutels waar ik haar ‘Nijn’ de schuld van geef. Als we samen hand in hand vrolijk lachend naar de uitgang huppelen verbaas ik me over het verschil in reactie en zienswijze van onze kinderen. Yin en Yang. Er is altijd balans. Er is leven en er is dood, onlosmakelijk verbonden met elkaar. Ook is er verdriet en is er vrolijkheid.
Wie zegt dus dat je op een kerkhof niet gewoon ook vrolijk mag zijn… ‘tis al zo’n dooie boel. ;)

donderdag 12 maart 2015

Als ik aan kom lopen, lekker in mijzelf gekeerd en geen zin in aanspraak, zie ik van een afstand al dat ze oogcontact probeert te maken. Stoïcijns weiger ik terug te kijken en wandel nog iets meer naar rechts, maar dat pikt ze niet. Ze heeft haar vizier op mij gericht. Ze wandelt in tegenovergestelde richting met me mee en komt nog steeds op me af. Met een overdreven blij gezicht blijft ze achterwaarts in mijn gezichtsveld lopen. “Gratis krantje meneer? ” zegt ze terwijl ze een opgevouwen dagblad onder mijn neus drukt.

Gratis bestaat niet, want er zit altijd dat abonnementenpraatje aan vast. Maar dat is het niet alleen. Persoonlijk heb ik dus helemaal niets met kranten en overige media die pretenderen nieuws te verkondigen. Wat is tegenwoordig nog nieuws? Het is altijd kort, snel, vol sensatie, manipulatief, sturend, dwingend en veelal deprimerend en ellendig! Het lijken verschillende stemmen, maar zij spreken allen vanuit één grote mond. Er gaat een miljardenindustrie achter schuil en die industrie verdient geen cent zonder de nodige drama. ;)

Op dieet
Ik ben op dieet. Een nieuwsdieet om precies te zijn. Ik probeer namelijk al enige tijd geen nieuws meer tot mij te nemen. Geen krant, geen journaal, geen nieuwssites of apps. Geen opsporing verzocht. Niets! En dat is niet eenvoudig hoor. Het vergt enige discipline en creativiteit. Je kunt de TV of de radio niet aanzetten of je vangt wel wat op. Het nieuws op de radio wordt al lang niet meer ieder uur uitgezonden, ook tussen de programma’s door zijn er korte nieuwsflitsen te horen. En als het niet in het reguliere nieuws is, dan hebben mensen het er wel over in de koffiekamer, in de supermarkt of je digi-vriendjes delen die ellende op social media. Maar toch, ik moet zeggen dat het me best goed afgaat.

Maakt dit dieet mij dan gelukkiger? Nou en of! En ik kan het ook iedereen aanraden! :)

Nieuws maakt ziek
Ja maar… Nieuws is toch belangrijk? Je moet toch op de hoogte blijven van de dingen die er in de wereld gebeuren? Je moet toch weten wat er allemaal speelt? Dat wordt vaak als weerwoord gegeven als mensen je vol ongeloof aanstaren als je weer eens ergens niet van op de hoogte bent of iets niet wil weten. Maar niemand kan je exact uitleggen waarom dat eigenlijk is. Waarom moet ik dat dan? Word ik daar beter, intelligenter, wereldwijzer of anders van? Wie kan mij één relevant nieuwsfeit noemen waar de wereld beter van geworden is? Waarom moet ik zo nodig weten wie in welk land een ander doodschiet, onthoofdt, neersteekt of een slechte dag bezorgt. Of in welk land er een overstroming is geweest, een griep is uitgebroken en hoeveel Nederlanders er bij een bepaalde ramp zijn omgekomen. Ik vind vooral ook dat het nieuws op deze manier een vertekend beeld van de wereld schetst. Alsof er alleen maar ellende is. Ik wil soms gewoon eens horen hoeveel duizend mensen er wel veilig thuis zijn gekomen na een ongeval, en niet dat er twee mensen zijn overleden! Zwitserse auteur Rolf Dobeli stelt in zijn boek het Nieuwsdieet dat nieuwsconsumptie leidt tot chronische stress, waardoor het lichaam vatbaarder voor ziektes wordt. En je zult daardoor eerder doodgaan. Eraan ontsnappen is moeilijk, want door de stress verzwakt je wilskracht, waardoor je nog gemakkelijker ten prooi valt aan sensationele nieuwskoppen. Tadaaa! Dat dus!

Het is in mijn geval dus echt geen desinteresse of een vorm van mijn kop in het zand steken. Geenszins. Ik vind het echt wel erg allemaal en dat is het hem nou juist. Ik vind het erg. Het raakt me. Die constante mediastroom aan negativiteit en ellende doet iets met me wat ik niet leuk vind. Ik word boos en verdrietig gemaakt door alle onrecht. Ik wordt murw gebeukt met berichtgevingen over al het nare in de wereld, in Full HD, 4K en dolby surround. Ik raak zelfs al afgestompt, want de zoveelste raketaanval op burgerdoelen is heel erg… maar daar heb ik er inmiddels al een aantal van gezien, dus maakt het toch minder indruk. Daar schrik ik van hoor! Dat moment dat het je niet meer begint raken. Dat het genormaliseerd wordt. Het nieuws brengt mij persoonlijk dus niets goeds en daarom heb ik er nu heel bewust en weloverwogen voor gekozen om al die ellende niet meer toe te laten in mijn leven. Het is klaar! Geen depressie door nieuws voor deze jongen!

Manipuleren kun je leren
Vraag je voor de grap ook eens af hoe je onderbewuste aan het werk wordt gezet met deze materie. Waarom je het ene vlaggetje goed moet vinden en het andere vlaggetje niet. Waarom de ene persoon door en door slecht is en de ander weer een held. Je mening lijkt constant te worden gestuurd. Vanuit advertenties en marketing weten we dat pakkende slogans en het benadrukken en veelvuldig herhalen van bepaalde woorden of kreten in ons hoofd blijft plakken. Dat is ook het doel van marketing. Het binnendringen van het brein van de consument. Iedereen die zich wel eens heeft verdiept in NLP technieken zou het toch zeker op moeten vallen dat, bijvoorbeeld bij een nieuwstopic over moslims de woorden angst, dood, geweld en terrorisme vaak in één adem worden genoemd. Zo wordt je geest op een geslepen wijze geprogrammeerd dat deze woorden bij elkaar horen. Zo zit het brein in elkaar. Het legt verbanden en maakt patronen en is op deze manier te beïnvloeden. En als je ergens bang voor bent, dan ben je makkelijker te beïnvloeden, omdat je reactie op gevaar heftiger is. En als ik berichten lees die beginnen met ‘Alle Nederlanders vinden…’ , ‘Veel mensen denken…’, ‘Het grootste gedeelte van de bevolking wil…’, dan weet ik al dat we ergens naartoe gedirigeerd worden. Vanuit de oertijd is het voor mensen namelijk onveilig om buitengesloten te worden, dus kiezen we nog steeds automatisch voor de mening van de dominante groep. Geniepig toch?! En als je dit soort technieken grootschalig weet toe te passen (lees TV en nieuws) dan wordt het massapsychologie. Dat vind ik een heel eng idee. Dat je in theorie dus de macht hebt om een heel volk een bepaalde richting op te sturen, simpel en alleen door te verkondigen dat het 'nieuws' en de 'waarheid' is. Of bepaalde groepen op te zeten tegen andere groepen. Of als een spreekbuis te preken voor bepaalde politieke ideologieën. Vanuit het verleden, maar zelfs in het hier en nu weten we dat ook overheden met behulp van Bigtech niet vies zijn van een beetje massamanipulatie. Inclusief de onze! En als een ongekozen orgaan als de EU ineens wetten opstelt die voorschrijven dat Bigtech zogenaamd "nepnieuws" in opdracht van "factcheckers" moet blokkeren, dan krijg ik helemaal Chinese 1984 vibes. Aanschouw! Het ministerie van Waarheid is geboren!

Het lijkt soms wel of het nieuws er (bewust) op uit is om angst te zaaien, om je een bepaalde kant op te sturen of om je bij een bepaald onderwerp weg te houden, om je onzeker over iets te maken of om je iets te laten geloven en dáár ben ik wars van. Het is pure klassieke conditionering! Want of het nou moslims, terroristen, enge virussen, zwarte Pieten, Trump, het klimaat of de Russen zijn, door ze constant en eindeloos in één adem te noemen met negativiteit, worden ze door je onderbewustzijn dus als vanzelf samengevoegd. Je moet dus ergens bang voor zijn. Denk daar eens over na! Of de welbekende frase dat alles wat je aandacht geeft groeit! Wat nou als iemand anders jouw aandacht bewust stuurt? Wat groeit er dan?

Misbruiken van gedachtenkracht
Als je het spiritueel kunt bekijken dan gaat het nog veel dieper. Een interessante stelling: Net als bij een algoritme van Social media, waarin je meer krijgt te zien van wat je het meest opzoekt, krijg je ook in het echte leven meer te zien van waar je het meest op focust. (goed of slecht) En als gedachten en intenties een vorm van energie vertegenwoordigen, en je met deze scheppende energie de zaken in theorie dus naar je hand kunt zetten, kun je dat ook met meerdere mensen doen. Een collectieve vorm van hetzelfde denken creëert een nog krachtiger wekelijkheid. Maar… is deze kracht dan ook bewust te misbruiken? Als iemand bijvoorbeeld de TV en de kranten elke dag maar weer maar hard genoeg laten roepen dat het crisis is, dat het slecht gaat en dat er oorlog is, dat Iran, Noord-Korea, Libië en Syrië de vijand zijn, Dat zwarte Piet stom is, dat we ziek worden van enge virussen, dat we slaven zijn en dat geluk en rijkdom niet voor ons is weggelegd. Houden we met die collectieve gedachten die werkelijkheid dan ook niet in stand?

Diëten als sport
Genoeg info om even te laten bezinken. Genoeg stof om over na te denken. Je moet zelf maar kijken of het iets voor je is, maar het nieuws dieet bevalt mij in elk geval bijzonder goed! Dat had ik veel eerder moeten doen! Minder nieuws maakt mijn leven een stuk leuker! Ik word er ook steeds beter in om al die nieuwstopics te omzeilen en te negeren. Ik maak er een sport van!

Maar goed, daar staat nog steeds dat meisje met dat krantje terwijl dat allemaal door mijn hoofd schiet. Ze doet ook alleen maar haar werk, ook al is dat in dit geval het ergeren van winkelende mensen. Ze interpreteert mijn nadenkpauze als een mogelijkheid om toch een abonnement te slijten en drukt wederom het krantje onder mijn neus. “Leuk toch? Gratis Krantje?

Met een halve grijns beloof ik dat ik haar krantje aanneem als ze me één ding in die krant kan laten zien waar we beiden oprecht gelukkig en blij van worden. “Jaaaa.. dat lukt me toch niet! ” zegt ze lachend terwijl het krantje weer naar beneden gaat. Ik geef aan dat dit nou exact de reden is waarom ik geen krant wil. “Geen nieuws is goed nieuws” zeg ik als ik haar vriendelijk gedag wuif en mijn weg weer vervolg. Ik ben benieuwd of ze hier nog over nadenkt als ze weer een volgend slachtoffer aanklampt. ;)






woensdag 25 februari 2015

Met de fiets in onze hand wandelen we de schutting binnen. Sem voorop, zoals altijd druk kletsend. Ik daar  vlak achteraan met Ava in het fietszitje. Met mijn hak geef ik met een moeilijke achterwaartse beweging de schuttingdeur een beheerst tikje waardoor deze dan langzaam in het slot zou moeten vallen. Alleen nu krijgt de wind vat op de deur en waait deze sneller dicht dan bedoeld en zit Ava opeens met haar vingertje klem tussen de deur en het fietszitje. Prompt begint Ava te huilen en grijpt naar haar vinger. Sem maakt het nog ietsje erger door flink overdreven in paniek te raken uit bezorgdheid om zijn zusje. Ik balanceer tussen irritatie en medeleven en stuur eerst Sem met zijn fiets naar de schuur alvorens me te bekommeren om de kleine meid en haar zere vinger. De schade valt mee, een schaafwondje, een beetje bloed en als er even later een pleister op zit is het al gauw goed.

Als we allemaal aan tafel zitten geeft Ava een ieder van ons ‘de middelvinger’ en toont ons trots haar pleister. Dat ziet er enorm grappig uit. Sem is geschokt, want iemand de middelvinger geven is best erg, maar hij vindt het dan ook wel weer grappig omdat Ava echt geen idee heeft wat het gebaar inhoudt. Ik prijs Ava dat ze zo’n stoere meid is met die mooie pleister.

Sem heeft ook wat stoers te vertellen. “Met de BSO zijn we naar één of andere dansschool geweest pap! En daar was echt niks aan!” Ava is het daar niet mee eens en geeft aan dat zij het wel heel leuk vond. “Jamaar jij bent een meisje Ava!” roept hij luid. “Jongens houden niet van dat soort suffe dingen!” Ava vertelt heel enthousiast hoe dat dansen nou precies ging en ze doet het zelfs nog even voor, nog steeds met haar middelvinger in de lucht. Sem kijkt vies en vertelt hoe hij en vriendje Stijn daar gewoon NIET aan mee hebben gedaan en daar op de bank zijn gaan zitten met een boekje. Dan opeens herinner ik me dat de juf nog had opgemerkt dat er foto’s waren gemaakt, dus ik open snel de facebookpagina van de BSO om te kijken of ik Ava nog in actie zie. Meteen proest ik het uit als ik op de allereerste foto mijn ‘stoere’ zoon in een prachtige danspose zie staan! Sem kijkt me argwanend aan en nog harder lachend draai ik het scherm zijn kant op.

Ik geef mijn stoere vent een knipoog en merk daarbij lachend op dat hij het ons echt wel mag vertellen als hij het stiekem toch heel leuk vond. Ava heeft door dat haar broer het onderwerp van enige spot is en gniffelt geniepig mee. Sem bekijkt de foto en ontwikkelt vervolgens een flinke blos en schiet meteen in de verdediging. 

“Pfffff, Jaaaa hoor.. dat was helemaal in het begin! Toen wist ik nog niet dat het stom was!


StatCounter

Follow me on Twitter!