donderdag 3 november 2016

Met veel geweld wordt er opeens een boek door de kamer geslingerd. In de vlugheid zie ik dat het hier om een paardendagboek gaat. Ava is boos. Met haar armpjes over elkaar begint ze meteen te briesen. “Dat slaat toch helemaal nergens op pap!” “Dan moet je invullen wie je lievelingspaard is en dan moet je er ook neerzetten wanneer die geslacht wordt!” Ze rolt verontwaardigd met haar ogen. “En dat is dan een dagboek voor kinderen!!

Dat is inderdaad wel bijzonder. Als ik het boek van de grond raap en begin te bladeren zie ik al gauw waar de verwarring vandaan komt en met een heel grote grijns reik ik haar het dagboekje aan. Met een opgetrokken wenkbrauw bekijkt ze met enig wantrouwen mijn hand en doet alsof ik haar iets ontzettend smerigs aanbied.

Ik leg haar uit dat met geslacht in dit geval wordt gevraagd of je lievelingspaard een jongetje of een meisje is. Sem begint keihard te lachen. Met een boze blik grist ze het boekje uit mijn vingers.

Je bedoelt een hengst of een merrie pap!” 


vrijdag 23 september 2016

Ava is een echte Tomboy…” hoorde ik laatst iemand tegen me zeggen. In gedachten zag ik de stoere chick die mijn dochter soms kan zijn, dus ik knikte bevestigend. Later begreep ik dat een meisje die zich gedraagt volgens de geslachtsrol die normaal aan jongens wordt toegeschreven, de daadwerkelijke definitie is van een Tomboy. Dat is ze dan ook weer niet. Het is wel een meisje. Ava speelt graag met haar popjes. Ava is gek op haar Schleichpaardjes, houdt van mooie nageltjes, leuke haartjes,  van roze frutsels en draagt regelmatig een prinsessenjurk.

Dat ze met diezelfde prinsessenjurk, pikzwart en onder de viezigheid, zo ineens weer ergens in een boom hangt vind ik dan weer niet zo meisjesachtig maar wel heel grappig om te zien. Dat is die andere Ava. De Ava die onder  de schrammen, blauwe plekken en bulten zit. Ava die op de vuist gaat met haar grote broer. Die lekker luchtig haar schouders op kan halen voor dingen en niet bang is om haar handjes vies te maken.  Ohwja, en wheelies maakt met haar fiets!

Of zoals laatst.. toen ze aanbelde en vroeg om de schep. Trotse blik in haar oogjes. Een stuk of vier jongetjes op gepaste afstand in haar rug. Net toen ik wilde vragen waarom ze die schep nodig had, zag ik al waarom. In haar handjes een nogal dode duif zonder hoofd. “Die’s dood pap! Mag ik hem begraven?”  Prachtig!

Regelmatig vraag ik me hoofdschuddend af wat voor een vrouw dat later gaat worden. En daar waar je je als vader al vrij vroeg zorgen maakt om de mogelijkheid van al die puisterige pubertjes die later van alles van je dochter willen, heb ik voor mijzelf al besloten dat ik medelijden met die arme jongens heb. Deze dame weet wat ze wil! Maar goed, dat is voor later…

Al deze dingen schieten ook nu weer door mijn hoofd. Ik luister al enige tijd ademloos en vol ongeloof naar een indrukwekkende presentatie van één van de rechercheurs die heeft meegewerkt aan de Dutrouxzaak. Ik zie ook geen van mijn collega's tekenen van inkakken of verveling vertonen. Iedereen voelt dit wel hetzelfde denk ik. Ook op het gezicht van deze man is, zelfs na twintig jaar, nog steeds duidelijk te zien wat het met hem gedaan heeft. Enerzijds luister ik met een gevoel van beroepsmatige interesse naar alle tactische aanwijzingen en onderzoeksmethoden die uiteindelijk hebben geleid tot de arrestatie van deze psychopaat. Maar als vader van een dochtertje in de leeftijd van een tweetal slachtoffertjes geeft dit verhaal me een ontzettend naar gevoel in mijn buik.  Deze ouders hadden ook een dochtertje en een bepaalde toekomstvisie. En dan is er ineens geen later…

Later, daar kan van alles tussenkomen. Eerst is er nu en is er straks. En straks ga ik iemand heel hard knuffelen en extra lang voorlezen. Ach, misschien klimmen we ook nog wel even in een boom. Gewoon omdat het kan.


maandag 12 september 2016

Ik stuur Ava vast naar boven en zeg dat ik zo haar tandjes kom poetsen. Ook vraag ik of ze haar kleren alvast uit wil doen. Ik stop ondertussen de laatste glazen in de vaatwasser, haal een doekje over het aanrecht en zet water op voor de thee. Als ik de trap op loop zie ik dat de kamerdeur van Ava dicht is en op haar kamer is het heel stil. Als ik de deur open doe roept ze “hoi pap!” maar niet op haar gebruikelijk blije manier. Er is geen oogcontact, ze legt wat rommeltjes goed die al goed lagen en ze heeft nog steeds haar kleren aan. De meeste ouders krijgen nu die narigheidskriebel die aangeeft dat er iets niet in de haak is. Vorige week zat er nog grijze stuiterbal klei in de lakens. De week daarvoor zat er roze lippenbalsem in het kussensloop. Daarvoor was het… volgens mij de vlek op de muur? Ik weet het al niet eens meer. Ik kijk de kamer rond maar zie nog niets geks.  Ik vraag haar wat ze aan het doen is. “Ohw niks…” ze draait wat nerveus op de ballen van haar voetjes en kijkt in de richting van de kledingkast. Als  het deurtje van die kledingkast ineens open gaat en er een dikke rode, ietwat verwilderde, poes uit wandelt zet ze grote geschrokken ogen op. “Rakker! Wat doe jij daar nou weer?!” roept ze met overdreven veel verbazing. Ik doe mijn armen over elkaar. Ze lacht zenuwachtig en roept naar Sem dat Rakker zomaar in haar kast was gaan liggen.

Sem komt ook kijken en wordt meteen boos op zijn zusje. Hij weet ook al genoeg. Als hij haar vervolgens beschuldigt van het opsluiten van onze poes protesteert ze luid. Dat zou ze nooit doen bij Rakker. Ze zet nijdig haar handjes in haar zij en haar bruine oogjes spugen vuur. Ik spreek Sem semi vermanend toe en geef met een knipoog aan dat ik Ava daar absoluut niet voor aan zie. Poesjes kruipen nou immers heel graag in kasten om daar lekker te kunnen liggen. Ava kijkt alsof ze haar tong tegen haar broer wil gaan uitsteken. Ze denkt dat ze er mee weg gekomen is. Sem gelooft er nog steeds geen bal van. Ava wandelt haar kamer weer in.

Toch knap van Rakker he?” zeg ik met een grote grijns tegen Sem.  Ava stopt in haar beweging en ik zie dat ze meeluistert.

Sem trekt vragend zijn wenkbrauw op en moet al lachen om mijn grijns.  “Nou, dat hij met zijn pootjes ook de kastdeur achter zich dicht kan trekken als hij lekker in Ava’s kast wil gaan slapen.

Samen liggen we slap van het lachen. Ava gooit boos haar kamerdeur dicht.
Ik voel meteen weer schrijfkriebels voor een leuke blog voor in ons archief !

dinsdag 16 augustus 2016

Als Nathalie een klein spijkerrokje in de was wil doen voelt ze dat er nog iets in zit. In de achterzak treft ze een glazen flesje glimspul met daarop een prijsstickertje aan. Als Ava hiermee geconfronteerd wordt zet ze onschuldige ogen op en weet ze natuurlijk van niets. Sem weet echter te vertellen dat ze het in de winkel al in haar handjes had. Ava doet enorm verbaasd en begint te briesen. Daarna volgt er gezeur en een hoop ge-welles en nietus. Nathalie grijpt in en is boos. Ava begint te huilen. Als ze beneden ook nog een pittige confrontatie met papa aan moet, beseft ze de ernst van de situatie en is ze erg timide. Onze dochter heeft gestolen! Een crimineel! Aan tafel is ze verrassend stil voor haar doen en als we vertellen dat ze het flesje morgen zelf moet terugbrengen naar de winkel vindt ze dat niet heel leuk.

’s avonds vertelt ze dat ze het flesje zo mooi vond en dat ze het aan mama wilde laten zien, maar daarna vergeten was om het uit haar zak te halen. Haar puppy ogen zijn bijna overtuigend. Ik trek een wenkbrauw op en vertel dat de boeven tijdens papa’s werk ook wel eens beweren dat ‘iets’ zomaar ineens in hun zak zat, maar dat niemand dat dan echt gelooft.

De volgende dag is het moment van de waarheid. Ze durft niet, maar mama is onverbiddelijk. Met een knuffel in haar ene handje en het flesje in de ander schuifelt ze dan toch naar de kassa en vertelt wat er gebeurd is. De puppy ogen doen ook deze keer hun werk. Het valt mee. Opluchting trekt over haar gezicht als het achter de rug is. Als ik tijdens het eten vraag naar de afloop van het geheel, biecht ze op dat ze het doodeng vond. Helemaal uit zichzelf geeft ze ook toe nooit meer zoiets te willen meemaken. Doel bereikt!

Het opbiechten van haar criminele activiteit moet voor enige opluchting hebben gezorgd, want alsof ze dan ook maar meteen schoon schip wil maken bekent ze (met een ondeugende snuit) ook tussen neus en lippen door alle diefstallen uit de voorraadkast thuis. De paaseitjes, de kinderchocolade, de koekjes... “En die rooie snoepjes van jou pap! Die zijn het lekkerst!” “Die neem ik dan in mijn tas mee naar school om uit te delen!”   

Aan mijn gezicht ziet ze al dat ze daar voor deze keer mee wegkomt...


donderdag 2 juni 2016

Voordat ik ‘s ochtends naar beneden sjok zet ik altijd eerst de deuren van de kinderen open. Dan kunnen ze rustig wakker worden terwijl ik me op de automatische piloot bezig houd met koffie, drinken, broodbakjes, fruit en beschuitjes. Pas na de eerste slokken koffie heb ik het gevoel een beetje wakker te zijn. Dan hoor ik de eerste voorzichtige voetstapjes op de trap. Ava is als eerste beneden gevolgd door haar grote broer.

Er is iets.. dat merk ik meteen. Ava kijkt sip. Een muf net-wakker-kind, met een slaapjurkje, slaapoogjes, slaaphaar en een traanrandje in haar grote bruine ogen. Ik vraag wat er is en ze steekt meteen haar haar armpjes naar me uit, voor ouders het universele gebaar dat zegt: 'wil je me optillen en vasthouden'.  Als ik haar vastpak barst ze in onbedaarlijk snikken uit op mijn schouder. Ik wil nors in de richting van Sem kijken, want ‘hij zal wel weer…’ , maar Sem lijkt net zo verbaasd als ik en haalt vragend zijn schouders op.  Ik wrijf over haar rug en laat haar even gaan. Als ze weer een beetje rustig is vraag ik nogmaals wat er loos is. En terwijl ze naar me opkijkt met ogen vol tranen zie ik dat er het nog lang niet voorbij is. Ook Sem kijkt zorgelijk. "Wat is er toch aan de hand meis?" vraag ik bezorgd.

... “Juf de Boer gaat met pensioen!


zaterdag 5 maart 2016

Daar is het weer. Het dreunen.  Het is ritmisch. Ze voelt het meer dan dat ze het hoort. Of toch niet? Alsof er hard op een trommel geslagen wordt in een constante cadans. Is het een hartslag? Is het haar hartslag? Ze voelt het in haar hoofd, in haar oren, zelfs in haar buik. Het lijkt alles te overstemmen.  Als ze zich focust op de bewegende monden van de voorste rij mensen verdwijnt het gedreun een beetje naar de achtergrond en hoort ze ineens weer stemmen. 

“Verbrand die heks!” “Vieze Heks!” 
Harde rauwe stemmen, ze roepen nu niets anders meer. Woorden vol met haat en venijn uitgesproken. Ze doen haar nog steeds pijn. Waar heeft ze dit aan verdiend? Iets slijmerigs raakt met een pets haar wang en het restant druipt het halsje van haar kapotte jurk binnen. Iemand begint te joelen. Een hartslag bonst in haar oren. Is het nu wel die van haarzelf? Haar handen zijn pijnlijk vastgebonden aan de zware houten paal achter haar rug. De ruwe touwen hebben het vel van haar polsen geschaafd. De grote beul controleert nogmaals de knopen, geheel overbodig want hij verstaat z’n vak, maar het geeft hem wat te doen. Als hij het touw om haar nek een ruk geeft gromt hij tevreden en gaat weer met zijn dikke, harige armen over elkaar naast haar staan. De man stinkt naar zweet en knoflook. Door de grote gaten in zijn zwarte masker ziet ze een stuk van zijn gezicht. Dat lijkt verbrand. Als hij al zenuwachtig wordt van haar gestaar, dan laat hij dat niet merken. De grote man lijkt ergens op te wachten.

Als het publiek nog harder begint te roepen ziet ze in de verte de man in het zwart aankomen. De man met de kille harde blik in zijn ogen en de veer op zijn zwarte hoed.  Ze weet al wat er gaat komen en ze weet dat ze geen kans heeft. Als de man met zijn glimmend gepoetste laarzen het schavot opstapt, maant hij met een miniem gebaar het publiek tot stilte en begint met het voorlezen van de beschuldiging vanaf een rol perkament. De woorden dringen niet eens allemaal tot haar door. Leugens! Geconstrueerde verklaringen en verzinsels. Als het publiek begint te juichen weet ze dat ze schuldig is bevonden. Zomaar ineens. Schuldig aan het op bovennatuurlijke wijze kwaad doen aan anderen.  Schuldig aan gemeenschap hebben met de duivel en met demonen. Schuldig aan het zijn van een heks. De man werpt haar nog een minachtende blik toe en geeft dan de beul een knikje en loopt zonder om te kijken weer weg. Zijn laarzen maken klikgeluiden op de houten planken.

Het publiek begint te joelen en een grote groep begint weer te scanderen dat ze haar willen zien branden. Ze begint te snikken. Een vrouw zonder tanden en een vies gezicht helemaal vooraan begint kakelend te lachen en wederom wordt ze geraakt door rot fruit en nu ook door iets hards. Ze kijkt op door haar tranen naar de voorste rij. Bloeddorst in hun ogen en bij sommigen ook wat anders, angst? Af en toe een bekend gezicht dat beschaamd naar beneden kijkt als ze oogcontact maakt. Ze voelt haar knieën knikken en iets van binnen samenknijpen. Iets dat dringend naar buiten wil.

 “Doe dit niet!” roept ze uit. “red jullie zelf
Een enkeling probeert te horen wat ze zegt. Moeders met kleine kinderen op de arm die haar met grote ogen aankijken doen een stapje naar voren. Maar de meesten genieten van haar futiele pogingen om haar laatste momenten nog wat te rekken. Toch blijft ze het proberen. Dat moet! Vooral voor de kinderen. “Doe dit niet smeek ik jullie!" "Wat je anderen aandoet mag je, in dit leven of in latere levens, zelf ervaren. Dat is een wet!” Haar tranen trekken sporen in haar vieze wangen.

 “Ze betovert ons!” krijst de tandeloze vrouw en wijst met een klauwachtige vinger haar kant op. De grote beul naast haar komt plotseling in beweging en duwt hardhandig een vieze doek in haar mond. Het publiek juicht dit heldhaftige optreden van de beul toe. De doek smaakt naar olie en houtskool. Ze kan nu alleen nog maar huilen. Ze heeft het geprobeerd. Voor hen. Altijd alleen voor hen.

Als de beul de takkenbossen bij haar voeten aansteekt met een fakkel reageert de menigte uitzinnig. Ze voelt haar knieën verslappen en het touw om haar hals strakker trekken. Haar ondergoed voelt plotseling warm en nat aan. Het enige waar ze aan kan denken is aan de kinderen. Die onschuldige kinderen. De lucht betrekt en in de verte rommelt het. Het geluid van de trommel wordt weer sterker. Bom! Bom! Bom! Haar tanden lijken er van te rammelen. Als de eerste vlammen voorzichtig aan haar voeten likken komt de regen. Dikke druppels regen. Ze sissen waar ze de vlammen raken. Dit kan ik niet.. denkt ze,  Dit mag niet gebeuren. Maar het is sterker dan zij. De lucht wordt donkerder. Ze knijpt haar ogen dicht. Haar voeten voelen de warmte niet meer. De regen stroomt over haar gezicht. De trommel klinkt harder. Sneller. Een explosie klink dichtbij. De bliksem slaat uit de hemel naar de aarde. En nog eens. De haartjes op haar armen lijken iets overeind te komen. Zelfs met haar ogen dicht ziet ze de bliksems nog. En dan begint het gegil.

Iets scherps priemt plotseling pijnlijk in haar hals. Als ze haar ogen opent kijkt ze in een paar goudgele ogen en een zwarte snoet.

Wordt vervolgd...


zondag 31 januari 2016

Ondanks dat Sem nog maar in groep 7 zit, wilde hij toch alvast wat open dagen van het voorgezet onderwijs bezoeken. Na slechts twee scholen is hij er al uit welke het wordt. Gewoon een gevoelskwestie. Er was een klik. Prima toch? Vanaf dat moment houdt het hem bezig en wordt er in huis en ook op school veel over gesproken. Sommige klasgenootjes zijn er ook al uit en gaan straks naar dezelfde school. Sommigen maken weer andere keuzes. Zo gaat dat in het leven.  En ook al was het voor hem zo klaar als een klontje, Sem is toch heel nieuwsgierig naar de achterliggende gedachten van de keuzes van die anderen.  “Waarom zou *** voor die school kiezen Pap?” “Dat is toch helemaal niet handig?” Ik geef aan dat hij toch zelf ook een keuze op basis van zijn gevoel heeft gemaakt. Hij antwoordt met een schouderophalen waarmee hij me een soort van gelijk geeft.  

Dan schrikt hij op. “Ohw pap!!”  “### Gaat naar de Fructies school of zoiets, en daar moet je de hele dag in de bijbel lezen en meisjes mogen daar niet eens een broek aan!” Hij zet grote ogen op. Ik leg hem uit dat hij vast de Jacobus Fruytierschool bedoelt en dat ze daar inderdaad behoorlijk streng met religie bezig zijn. “Jamaar dat is toch stom?” vindt hij. “Waarom zou een jong iemand voor ZO’N school kiezen?” Hij rolt theatraal met zijn ogen. Ik moet lachen om zijn verontwaardiging.

Ik leg uit dat mensen die zo streng in de bijbel geloven hun kinderen juist naar zo’n school sturen en dat die kinderen hierin soms weinig te kiezen hebben. Dat vindt hij helemaal het toppunt. “pffff!” briest hij. “Dus als je ouders zo streng gelovig zijn, dan ben je gewoon de sjaak?!” “Dan moet je gewoon naar ZO’N school?” Ik knik slechts en hij rolt weer met zijn ogen. “Jamaar als je ouders zeggen wat je moet geloven, hoe kun je dan zeker weten of het allemaal wel echt zo zit?” Hier moet ik om gniffelen. Niet omdat ik het zo grappig vind, maar meer omdat hij voor mij hiermee de spijker op zijn kop slaat.

Kijk..” (hij kijkt heel serieus nu) “Je weet eerst nog van niks. Je ouders vertellen je dan wat je moet geloven, je opa en oma waarschijnlijk ook. Ze nemen je mee naar een kerk waar ze je vertellen hoe het zit, sturen je naar een school waar iedereen zo denkt. Iedereen om je heen denkt zo. Hoe kun je dan uiteindelijk iets anders gaan geloven?” Ik geef deze discussie een extra prikkel door hem te vragen waarom mensen dan iets anders zouden moeten geloven. “Ja dat hoeven ze niet als ze dat niet willen…” hij denkt even na. “Maar ze zouden gewoon zelf een keuze moeten kunnen maken tussen alle verschillende soorten van geloven.” “Jullie laten mij toch ook gewoon kiezen wat ik wil geloven en naar welke school ik mag?”

Nu moet ik hardop lachen, want in zijn onbevangen, kinderlijke eerlijkheid zegt mijn tien jarige zoon hier iets heel slims en iets heel belangrijks. Ik geef hem een vriendschappelijke mep op zijn schouder.

Goed zo Sem! Durf te onderzoeken. Durf kritisch te zijn en niet zomaar alles voor waarheid aan te nemen. Als je buiten hokjes wil denken hoef je je alleen maar te realiseren dat er helemaal geen hokjes zijn... ;)


zondag 3 januari 2016

Als na wat nattig gemiezer voorzichtig een klein zonnetje doorbreekt en de wolken wegtrekken, stelt Nathalie voor om wat gezelligs te gaan doen. Gisteren hadden we al besloten om naar de winter in het openluchtmuseum te gaan als het weer dit zou toelaten, en dat moment was ineens aangebroken. Sem hangt onderuitgezakt op de bank met een afstandsbediening in zijn hand en kijkt alsof hij in iets smerigs gebeten heeft. Hij slaakt een diepe, verveelde, pre-puberale zucht. Nathalie’s enthousiasme werkt wel aanstekelijk op Ava, want die is wel te porren voor een uitje. Als we vertellen dat je bij het openluchtmuseum nu ook kunt schaatsen beginnen haar oogjes te glunderen. Sem geeft aan dat je bij Paleis het Loo ook kunt schaatsen. “En dat is veel dichter bij hoor…” voegt hij daar aan toe. Als we vertellen dat we daar ook een rondje in de oude tram gaan rijden, dat je van een hoge helling kunt sleeën en dat we ook nog warme chocomel met een koek nemen, komt ook Sem in beweging.

In de auto begint het geklier al voordat we op de snelweg zijn. Ava wil haar kleurplaat afmaken, maar laat die nou toevallig net in Sems oude kleurboek zitten. Bij de vierde “Nouhou Sem geef hier!” gevolgd door een “Nee, het is mijn kleurboek!” zucht ik veelbetekenend en kijk ik Nathalie aan. Nathalie rolt met haar ogen en maakt een gebaar van ‘laat ze maar lekker even zeuren hoor’. Als het me lang genoeg geïrriteerd heeft vraag ik waarom ze nou zo moeten zeuren om een stom stuk papier en mopper ik dat Sem niet zo moet zeuren om een kleurboek dat al drie jaar in de auto ligt. Daar is Ava het beslist niet mee eens. “Dat is geen stom papier hoor! Dat is mijn tekening!” "Ja, in mijn kleurboek!" vult Sem aan. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik hoe Sem er een sadistisch genoegen in schept om het kleurboek telkens net buiten het bereik van haar handjes te houden en dat Ava steeds nijdiger begint te kijken. Net als ik wil roepen dat ze nu echt op moeten houden, hoor ik Sem een ijselijke kreet slaken. “Aaaauw! Ava trekt aan mijn haar!” In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat Ava niet zomaar een ruk aan zijn haar geeft, maar met een verbeten trek om haar mondje, met haar volle gewicht aan een pluk van Sems haar hangt. Haar veiligheidsgordel staat er zelfs van op spanning, zoveel kracht wordt uitgeoefend. Sem gilt als een speenvarken terwijl zijn hoofd door zijn kleine zusje helemaal naar links getrokken wordt. Inwendig lig ik dubbel om dit staaltje wraakzuchtige wreedheid van mijn 6 jarige dochter, maar natuurlijk grijp ik in. Na een stemverheffing is in een mum van tijd de orde hersteld en grijpt Sem zuur kijkend naar zijn hoofd en grijpt Ava naar het kleurboek met een zelfvoldane blik. Na drie potloodstrepen is ze alweer klaar met kleuren en wil ze een papieren vliegtuigje maken. Dat lukt haar niet goed en zomaar ineens biedt Sem heel lief aan om haar te helpen, want hij is daar heel goed in. Ik steek mijn duim omhoog naar Sem. Samen maken broer en zus vervolgens een papieren vliegtuigje van de kleurplaat waar ze nog geen 5 minuten geleden slaande ruzie over hadden. Sem toont vol ijver zijn aerodynamische origami skills, Ava complimenteert hem met een bijzonder mooi papieren vliegtuig en zomaar ineens is het weer gezellig in de auto. 

Ik moet inwendig nog steeds lachen om die venijnige represaille van mijn dochter. Dat is vast aan me te zien, want Nathalie vraagt wat er zo grappig is. Samen hebben we nog meer lol als ik (in het Engels) de reden van mijn binnenpretje uitleg en aangeef daar maar weer eens wat over te bloggen vanavond.


StatCounter

Follow me on Twitter!