Vriendjes en vriendinnetjes mogen altijd bij ons blijven eten. Er is echter één regel.
Je eet wat wij eten! Ik ga geen tosti maken omdat je iets niet lust, dan heb je
gewoon pech. Met die instelling hebben wij onze kinderen ook opgevoed, met als
resultaat dat we nu in elk deel van de wereld zonder gezeur in een restaurant
kunnen gaan zitten. Deze regel leverde in het verleden nog wel eens grappige tafelmomenten op, maar inmiddels is het kaf van het koren gescheiden en weet de vaste vriendenkring wel wat ze kunnen
verwachten. In elk geval weinig Hollandse kost.
Vandaag
speelt Lenthe met Ava. Nadat ik de dames wat hoor smoezen, komen ze samen de
keuken in gewandeld, waar ik driftig op wat groente sta te hakken. “Pap, mag
Lenthe blijven eten?” Lenthe, van het type ‘wat de boer niet kent’, is
nogal kieskeurig en lust niet alles, maar is al over menige grens gegaan terwijl
ze bij ons aan tafel zat. Soms met veel smaak een maaltijd etend, maar ook wel
eens met lange tanden. Maar ze probeert het altijd en daar heb ik respect voor.
Lenthe
mag natuurlijk ook vandaag blijven eten, maar strekt wel haar nek even uit om
te zien wat de pot schaft. Ze herkent veel dingen niet, maar wel de sperzieboontjes,
knoflook en uitjes. Een gekookt eitje gaat er ook nog wel in. Als ik haar
vertel dat we Soto Ajam soep eten zie ik grote vraagtekens in haar ogen. Ava
stelt haar gerust door te vertellen dat deze soep heel lekker is, maar wel een
beetje pittig. En dat kun je prima oplossen met een slokje water bij het eten.
Aan
tafel heeft Lenthe na een paar happen soep al hoogrode wangen en een opvallend
glimmend voorhoofd. Ze neemt kleine hapjes en na iedere hap een slok water. Aan
alles is te merken dat ze het veel te pittig vindt, maar ze houdt zich groot en
blijft toch door eten. Op karakter zeggen we bij defensie. Als ik vraag of ze niet liever een cup-a-soupje tomaat wil
zie ik opluchting in haar ogen. In Ava’s ogen zie ik wat verbazing.
Ach,
Sommige regels kun je een beetje buigen zonder ze te breken toch?