“En jullie gedragen je niet als Nederlandse Kinderen he?!”
Een opmerking die ik in het
verleden vaak heb gemaakt voordat we in Frankrijk een restaurant of een supermarkt
binnenliepen. Nu is dat niet meer nodig. Nu kijken onze kinderen ons aan met rollende
ogen als er weer eens een kind loopt te krijsen tijdens het shoppen, of continue rondjes
om je tafel rent als je ergens lekker zit te eten. Onopgevoede Nederlandse rotkinderen, standaard gewend om als prinsjes of prinsesjes behandeld te worden. Strontvervelend omdat ze hier niet vermaakt worden met een kleurplaat of een Ipad in het restaurant. Ontzettend irritant! Maar we
hebben stiekem ook wel een hoop lol om wat wij inmiddels de Franse supermarkt safari zijn gaan noemen. Zachtjes pratend, zodat ze je afkomst niet horen, en dan gewoon observeren en genieten! ;)
“Drie keer raden uit welk land die komen…” vraagt Sem zachtjes als
er een hoogblond kind met een shirtje van een voetbalclub loopt te krijsen om
een zak snoep. Zijn moeder vraagt al zeker drie
keer heel lief of hij alsjeblieft op wil houden. Sem gniffelt me veelbetekenend
toe alsof hij wil zeggen "zei het toch?!". In gangpad drie hoor ik het rotkind nog steeds krijsen. Twee andere
kinderen rennen me voorbij, hun tweede rondje al. Ze lachen en hijgen. “Nouhou! Niet doen!” krijst de één
terwijl de ander hem bij zijn shirt vasthoudt omdat hij net iets sneller loopt.
In gedachten glimlach ik in mijzelf omdat ik al had voorspeld welke taal deze
kinderen zouden spreken. Ik moet sterk een impuls onderdrukken om ze niet te laten struikelen.
Ergens hoor ik een kerel met een 'vlugge Japie accent' heel luid vragen of ze nog 'moeslie' nodig hebben. Het antwoord is nog luider. Ik ga een gangpad verder, mij afvragend wat moeslie is, en zoek samen met Ava een
lekker Frans kaasje uit. Het rotkind hoor ik nog steeds krijsen, het geluid
lijkt dichterbij te komen. Naast mij vraagt een moeder afwezig of Rutger het winkelwagentje
wil laten staan. Rutger, een jaar of 7, toevallig ook weer met een
voetbalshirtje en een dom dik boerenhoofd, doet of hij niets hoort en duwt het karretje nog iets verder.
Zijn kleine broertje, die in het zitje zit, begint te zeuren. Moeders zit gehurkt
voor de ontbijtkorrels en zucht eens diep. “Ik
zei niet doen Rutger!” Het toontje is bijna smekend en weinig autoritair. Een
vader met een bril en bruine sandalen staat gedwee te wachten tot zijn vrouw
een keuze heeft gemaakt en zegt niks. Rutger is niet onder de indruk en waagt
nog een poging door het karretje een laatste zwieper te geven. Zijn broertje
zet het op een brullen. In gedachten schud ik Rutgertje eens even heerlijk door
elkaar. Ava moet lachen om mijn blik die boekdelen spreekt. Ik kijk ondeugend
en fluister Ava in haar oor dat Rutger een oor zo groot als een pannenkoek zou
hebben als dat mijn kind was! Ze proest het keihard uit en ik kan niet anders
dan meelachen. Vaders staart ons appelig aan. “Bonjour!” zegt Ava vrolijk. Ik kijk nog even een keer heel vals naar Rutger.
Als we bij de kassa staan zie ik
het krijskind van daarstraks. Knalrode ogen, bezweet, overal snot en tranen, maar nu met
blije bakkes én een nieuw waterpistool in zijn knuistjes. Naast me in de kassarij hoor ik "Euh, ken aai pin heer?" Als ik mijn hoofd omdraai zie ik een forse blonde dame met een kar vol vakantievoer. De kassajuf lijkt geen chocola te kunnen maken van haar steenkolen-Engels, dus wappert ze met een Rabopasje en roept heel hard "PINNUH!"
Ik moet een ontzettende lachbui onderdrukken en ik kijk nu al weer uit naar de safari van morgen!
Ik moet een ontzettende lachbui onderdrukken en ik kijk nu al weer uit naar de safari van morgen!
à la prochaine!