Toen
Dat komt door de geluiden van beneden. Harde muziek, lawaai, gelach en luide stemmen. Als ik de deur van mijn slaapkamer open doe dan hoor ik het nog beter. De geluiden van "gezelligheid". De geur van sigaretten en bier ruik ik boven aan de trap. Papa en mama hebben visite. Er zal wel weer veel gedronken worden. De deur gaat open en meteen is het onder aan de trap verlicht. De geluiden klinken harder. Er gaat iemand naar de wc. Ik ga gauw weer in mijn bed liggen en probeer te slapen, maar dat gaat maar moeilijk. Ik ben nerveus.
Weer schrik ik wakker.
Geluiden van beneden. Geschreeuw. Ik hoor glas vallen. Er worden meer dingen kapot gegooid.
M’n zusje in de kamer ernaast hoort het ook en begint zachtjes te huilen. Ze is bang. Ik ben ook bang. Zal ik naar haar toe gaan? Ik ben wel haar grote broer. Samen met m’n zusje zit ik even later op mijn bed. Mijn arm om haar heen. Papa en mama schelden tegen elkaar. Mama roept dat papa waardeloos is, en te weinig verdient. Mama is dronken. Papa ook.
Weer valt er iets kapot. Mama gilt en roept “auw!” Ik weet niet wat ik moet doen?
M’n zusje moet onder het bed gaan liggen en zachtjes loop ik de trap af. Aan de kapstok hangt de ijzeren ketting waar we de hond mee uitlaten en die pak ik. Weer valt er iets kapot en weer roept mama “auw! “ Mijn hart klopt nu heel snel.
Ik doe de deur open en daar zie ik wat ik jaren later nog vaak in gedachten heb terug gezien. Overal liggen kapotte spullen, glas en en sigarettenpeuken.Van de salontafel is een poot afgebroken. Mama ligt op de grond en papa zit boven op mama en slaat haar met zijn vuisten op haar hoofd. Mama probeert met haar armen haar hoofd te beschermen. Ik ben heel bang, maar mama heeft pijn. Ik sta achter papa en sla hard met de hondenriem achter op zijn hoofd. Ik huil, en schreeuw dat hij op moet houden, en sla nog eens. Papa valt om. Hij heeft zijn ogen dicht. In zijn haar zit bloed. Ik schrik heel erg en laat de riem vallen. Mama staat op. Mama heeft een bloedlip. Mama zegt dat ik het goed gedaan heb en dat papa een klootzak is.
M’n zusje in de kamer ernaast hoort het ook en begint zachtjes te huilen. Ze is bang. Ik ben ook bang. Zal ik naar haar toe gaan? Ik ben wel haar grote broer. Samen met m’n zusje zit ik even later op mijn bed. Mijn arm om haar heen. Papa en mama schelden tegen elkaar. Mama roept dat papa waardeloos is, en te weinig verdient. Mama is dronken. Papa ook.
Weer valt er iets kapot. Mama gilt en roept “auw!” Ik weet niet wat ik moet doen?
M’n zusje moet onder het bed gaan liggen en zachtjes loop ik de trap af. Aan de kapstok hangt de ijzeren ketting waar we de hond mee uitlaten en die pak ik. Weer valt er iets kapot en weer roept mama “auw! “ Mijn hart klopt nu heel snel.
Ik doe de deur open en daar zie ik wat ik jaren later nog vaak in gedachten heb terug gezien. Overal liggen kapotte spullen, glas en en sigarettenpeuken.Van de salontafel is een poot afgebroken. Mama ligt op de grond en papa zit boven op mama en slaat haar met zijn vuisten op haar hoofd. Mama probeert met haar armen haar hoofd te beschermen. Ik ben heel bang, maar mama heeft pijn. Ik sta achter papa en sla hard met de hondenriem achter op zijn hoofd. Ik huil, en schreeuw dat hij op moet houden, en sla nog eens. Papa valt om. Hij heeft zijn ogen dicht. In zijn haar zit bloed. Ik schrik heel erg en laat de riem vallen. Mama staat op. Mama heeft een bloedlip. Mama zegt dat ik het goed gedaan heb en dat papa een klootzak is.
Maar ik voel me toch heel slecht. Papa deed wel gemeen. Papa sloeg mama en dat mag niet. Maar die zelfde papa staat ook altijd extra vroeg op om mijn brood klaar te maken. Zet dan een kopje thee voor me klaar met een biscuitje met roomboter voordat hij naar zijn werk gaat. Timmert een mooie boomhut en zelfs een vrachtauto met een stuur dat echt kan draaien. Papa is niet altijd gemeen. En Mama zei toch ook allemaal gemene dingen tegen papa. Ik snap het niet goed meer. Ik ben bang dat ik iets heel ergs gedaan heb.
De deurbel gaat. Mama loopt naar buiten. Buiten staan allemaal mensen. De politie is er ook. Een lange agent met een dikke snor. Volgens mij heb ik hem vaker gezien. Hij kijkt boos. Is hij boos op mij? Weet hij wat ik gedaan heb? Ik hoor de politieagent zeggen: “is het weer zover?!” Ik loop naar boven. Mijn zusje ligt nog steeds onder het bed. Ik neem haar mee naar beneden. We mogen bij een buurvrouw slapen. Papa is gelukkig weer wakker en praat met de politie. Hij kijkt me nijdig aan. Een witte handdoek met rode vlekken houdt hij tegen zijn hoofd. Ik ben misselijk en ik heb buikpijn.
“Slecht geslapen?!” vraagt de meester.
Ik schrik op en zeg: “Nee hoor!” De kinderen in de klas lachen hard.
"Vanmiddag bij jou spelen??" vraagt een vriendje.
"Neah.. doe maar niet. M'n moeder is ziek." verzin ik snel.
's middags is de tafel weer gelijmd. Er zitten schroeven in. Het huis is opgeruimd. Papa heeft spijt. Hij is verdrietig en zegt dat hij het nooit weer zal doen. Maar dat heeft hij al vaker gezegd...
Ik ben 11 jaar.
Later
Een collega wenkt me... "telefoon voor je!" Ik pak de telefoon en hoor mijn moeder zeggen dat ik moet komen. Ze zegt: “Die ouwe is dood.” Dat bericht laat ik even op me inwerken. Ik schrik, maar toch ook weer niet. Ik spring in de auto en rij in het donker naar het huis van mijn vader. Onderweg denk ik aan mijn vader. Mijn vader de alcoholist. Ik vraag me af waarom ik niet huil. Waarom ik geen verdriet kan voelen. Geen woede, geen onbegrip, niks. Ergens wist ik al dat deze dag zou komen. Maar nu al?
Ik sta even later op de drempel en kijk in zijn slaapkamer. Mijn vader zit rechtop in zijn bed. In zijn verstijfde hand houdt hij een halfvolle fles bier. Zijn huid is geel en zijn ogen staan open en staren leeg en glazig naar de muur. Mijn grote brede vader met zijn zwarte krullen, nu een grijze, magere, ziekelijke man. Een hartstilstand, constateert de dokter. Ik weet wel beter. Mijn vader was pas 42 jaar.
Ik ben 18 jaar.
Nu
De muziek staat hard. Gelach, luide stemmen.
Een vriend stoot me aan en
brabbelt wat. Een drankwalm vult mijn neusgaten. Ik kijk naar zijn ogen. Hij is
dronken. Hij pakt een meisje dat langsloopt bij haar arm en maakt met zijn
lippen kusbewegingen. Het meisje trekt haar arm los en roept boos iets. Ze
kijkt ons allemaal boos aan en zegt nog iets en loopt weg. De anderen lachen
smakelijk, zij vinden dit erg grappig! Ze vinden het gezellig. Ergens valt een glas kapot. Ik voel dat mijn hartslag omhoog gaat. Ik voel me nerveus en niet op mijn gemak. Ik vind het niet zo gezellig en eigenlijk wil ik alleen maar naar huis. Waarom ben ik eigenlijk mee gegaan, vraag ik me constant af.
Een ander roept: “Biertje?!”
Een ander roept: “Biertje?!”
Ik houd hem mijn halve glas Spa
voor en zeg: “voor mij niet” Hij lacht en zegt: “Doe eens gezellig joh, watje!” Ik glimlach een keer, neem een slok van mijn watertje en denk, ik weet wel
beter...
Ik ben 25 jaar… en ik drink niet!!
*Geschreven ter verwerking van.. en ook omdat je als kerel constant het gevoel hebt dat je je moet verantwoorden als je aangeeft niet te drinken.
Ik ben 25 jaar… en ik drink niet!!
*Geschreven ter verwerking van.. en ook omdat je als kerel constant het gevoel hebt dat je je moet verantwoorden als je aangeeft niet te drinken.