maandag 21 september 2015

Deze week is het weer de week tegen Pesten zag ik vanmorgen. Ieder jaar wordt aan het begin van het schooljaar weer extra aandacht besteed aan dit onderwerp en dat is goed! Pesten is en blijft jammer genoeg namelijk altijd actueel. Iedereen heeft er wel eens mee te maken gehad. Is het niet als dader of als slachtoffer, dan heb je vast wel eens van dichtbij meegemaakt dat iemand anders pestgedrag moest ondergaan. Al dan niet grappig bedoeld, maar zeker niet als zodanig ontvangen. Want dát is het in essentie; De ontvanger van het gedrag bepaalt of je over zijn of haar grens gaat, niet de verzender! En ook al is het heel kinderachtig, pesten beperkt zich echt niet alleen tot het schoolplein. In mijn neventaak als vertrouwenspersoon maak ik zelf ook regelmatig mee wat pesten met volwassen mensen doet én dat de gevolgen daarvan soms niet misselijk zijn. Dagelijks ervaren ongeveer een half miljoen Nederlanders enige vorm van pestgedrag en slepen zich met het lood in de schoenen naar hun werk.

Ook bij Sem op school wordt wel eens gepest. Heel soms vang ik tijdens het avondeten zaken op die zich in de klas af spelen die onder de noemer pesten vallen. Er is één jongetje dat ooit eens betrapt is op het eten van zijn eigen neustrofeeën en die moet dat nu de hele dag horen. “Iedereen vindt hem nu vies pap! En dat is best sneu.” Ik merk aan hem dat hij een soort innerlijke tweestrijd voert, enerzijds tegen het onrechtvaardige, anderzijds vindt hij snot eten walgelijk. Ook zijn er in groep 7 al kinderen met een smartphone en bijbehorend Whatsapp account waardoor voorzichtig de eerste tekenen van cyberpesten ontstaan in de vorm van digitale beledigingen, scheldpartijen en het buitensluiten uit groepsappjes. “Laatst nog pap! Toen zei *** tegen *** dat hij haar een irritant wijf vond op Whatsapp!” vertelt hij dan met grote ogen en enigszins rode wangetjes. De ene keer vindt Sem er wat van, de andere keer gaat het allemaal langs hem heen en haalt hij zijn schouders er voor op.

Sem is volgens mij een te grote lieverd om een echte pester te zijn. (Ik kan er natuurlijk compleet naast zitten, maar dat hoopt iedere ouder van zijn kind) Ook is het geen jongetje dat snel gepest wordt. “Maar…” vroeg ik hem laatst, “grijp jij wel eens in als anderen gepest worden?” Want dat is vaak wel een heel lastige. Voor omstanders blijkt het toch heel moeilijk om in te grijpen terwijl ze dit vaak wel willen, maar uit angst om zelf gepest (of erger) te worden na laten om te doen. Terwijl toch is gebleken dat niet wegkijken maar aanspreken wel het meest effectief is om pestgedrag aan te pakken.  Ik zie hem nadenken. “Soms wel.. als ik het gemeen of zielig vind.” Hij glimlacht als ik aangeef dat ik dat goed van hem vind. “Hebben jullie het er in de klas ook al over gehad?” wil ik weten. Hij kijkt even op van zijn computerscherm en schudt zijn hoofd. “Vorig jaar met de juf eventjes.. maar dat helpt toch niet echt. Er zijn altijd kinderen die blijven pesten pap!

Als ik dan vanmiddag zie dat de film Spijt! op Zapp wordt uitgezonden, speciaal voor de week tegen pesten, vraag ik Sem via de telefoon of hij die voor me wil opnemen. “Wat is dat voor een film dan?!” wil hij weten. Als je tegen een tienjarige zegt dat hij die film moet kijken omdat die zo indrukwekkend is, dan wordt zijn interesse niet gewekt, dus zeg ik dat hij die film alleen mag kijken als hij denkt dat hij het aankan om een enorm zielige film over pesten op school te kijken. Dat werkt. “Ik neem hem op pap! En ik kijk hem ook wel even.. Doei!”  Nog voordat ik hem kan bedanken drukt hij de telefoon al weer uit.

Als ik uit mijn werk kom zit hij op de bank, doodstil, met grote ogen. De film is net afgelopen. “Indrukwekkend he?!” vraag ik hem terwijl ik naast hem ga zitten en hem op zijn knie klop. Hij slikt een paar keer en knikt instemmend, niet in staat om enig geluid te produceren. Ik klop hem nog een keer op zijn knie en gun hem even een momentje.

Even later komt er een gesprek op gang en gaat het heel even alleen nog maar daar over. Het heeft behoorlijk wat indruk gemaakt. Mijn doel is bereikt. Elke klas zou die film gewoon eens moeten bekijken. Over pesten praten helpt. Ook een pest protocol helpt. Maar het voorkomt pesten niet. Soms moet je iets zien, iets ervaren, iets voelen, om te weten wat het met een ander doet. De film Spijt! doet dat met je. Het maakt je enorm bewust van wat pesten kan doen. Het maakt je ook (pijnlijk)  bewust van de rol die je soms kunt hebben in een groep.

Want wat doe je nu een volgende keer?



StatCounter

Follow me on Twitter!